Ik word gebeld door de dochter van een cliënte, ze wil me graag uitleggen waarom zij niet direct betrokken is rondom de zorg voor haar moeder want: Ik zal vast wel gedacht hebben…
Ik antwoord dat ze hier haar redenen voor zal hebben en dat het niet aan mij is om hier iets over te vinden.
Ze begint uitgebreid over haar jeugd, het klinkt zwaar. Dochter vraagt of ik haar meisjesnaam wil zodat ik haar kan googlen? Ik kan dan een uitzending bekijken van een televisieprogramma over haar jeugd wat het voor mij nog duidelijker zal maken waarom zij niet direct betrokken is. Ik reageer dat dat niet hoeft, ik geloof haar direct als zij aangeeft niet te kunnen zorgen.
Nederland heeft in tegenstelling tot een aantal andere landen geen zorgplicht om voor je ouders te zorgen, wat niet wegneemt dat veel kinderen het als hun plicht zien om voor hen te zorgen. De dochter van mijn cliënte geeft aan: het blijft toch mijn moeder.
Het huidige zorgstelsel maakt dat er meer en meer een beroep op het netwerk gedaan wordt van de cliënt. Nederland met zijn participatiesamenleving, een samenleving waarin iedereen die dat KAN verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar eigen leven en omgeving, zonder hulp van de (landelijke) overheid.
Toch blijkt ook voor deze dochter weer hoe sterk de loyaliteit tussen kind en ouder kan zijn. Dochter wil graag een afspraak maken samen met haar moeder en stiefvader om haar zorgen uit te spreken en we spreken af op neutraal terrein.
Ik google naar redenen waarom kinderen niet voor hun ouders kunnen zorgen, het levert me 17.400.000 resultaten op, stuk voor stuk redenen waarover ik niet kan, niet mag en niet wil oordelen.
Laten we als professional een beroep doen enkel op hen die dit KUNNEN.
Daniëlle Boellaard