“Ik wil ook mee”, hoor ik mevrouw D. zeggen als ik de tuin in ga om snijbonen te plukken. Ze probeert met één been snel haar rolstoel om te keren om mij te volgen. Als we in de binnentuin zijn vertelt ze over de camping op de Veluwe , waar ze vroeger met haar gezin heen ging. Daar hadden ze ook een moestuin. Het was wel een heel onderhoud, maar ze hadden altijd verse groenten. Ze vertelt me waar ik op moet letten als ik snijbonen pluk. Je moet ze er niet afrukken, dan maak je de plant kapot. Ze wil het graag voordoen en als ik haar rolstoel naast het groentebed zet plukt ze de snijbonen die binnen haar bereik zijn. Ondertussen blijft de carrousel van herinneringen vrolijk doordraaien in haar hoofd. Ze vertelt er honderduit over.
Ook mevrouw T. komt helpen. Ook zij heeft vroeger altijd een moestuin gehad en wil me wel helpen met sperziebonen plukken. Met een zuurstoffles op haar rug helpt ze mij in een rustig tempo om de sperziebonen te oogsten. Als ze moe wordt gaan we even in de kas uitrusten. Ze kijkt om zich heen en heeft de bramen al gespot. Die plukken we samen nog. Drie bakjes, voor alle huiskamers één. Eenmaal binnen ziet de Andrea van Soelen ons en vraagt of we voor haar ook nog een paar bramen kunnen plukken. Er is morgen een bewoner jarig, dan doen we dat op haar toetje zegt ze.
Als ik weer naar buiten loop zie ik een nieuwe bewoner zitten voor de ingang van de binnentuin. Hij spreekt me aan en vraagt of hij ook ‘Het Hof van Eden’ in mag. Ik neem hem mee de tuin in en meteen vliegt de goede raad over het telen van groenten me om de oren. Ook wat je er allemaal van kan maken. En dan, let wel, op zijn Indisch, want deze oud marinier heeft lange tijd in Indonesië gewoond. Als we de kas in gaan is mijnheer O. erg in zijn nopjes. Dat zijn temperaturen die bij de tropen horen. Daar houdt hij van. Toch maan ik hem na 10 minuten aan weer naar buiten te gaan, want de temperatuur binnen in de kas lijkt meer op die van een sauna. Ik pluk een tomaat en geef die aan hem. Hij is helemaal verguld, zijn ogen twinkelen en hij zegt dat hij me voortaan Eva gaat noemen. De vrouw die hem een tomaat aanbood in het Hof van Eden.
Wat heb ik toch een mooie baan. Wat fijn dat ik samen met bewoners mag genieten van de kleine dingen in het leven. Klein maar heel belangrijk in de beleving van onze bewoners.