Het is heel warm deze week, tropische temperaturen. We leggen de thermometer in onze administratie ruimte: na 1 uur meten geeft hij al 28 graden aan, dat belooft wat!
Ik heb behandelkamer dienst dus ben de hele dag aan het hollen en vliegen. Ik heb een stagiaire onder mijn hoede dus samen maken we er maar wat van. Helaas is er een collega ziek en er is er een op vakantie, dus de werkdruk is hoog. Er zijn vandaag veel mopperende patiënten. Ik probeer hier maar niet mee in te gaan, dit kost teveel energie. Zeker nadat ik een patiënt spreek die veel op zijn bordje heeft gekregen. Hij komt voor een wondcontrole en als hij ziet dat ik een stagiaire mee heb, vertelt hij zijn hele verhaal. Ook ik vind het erg interessant. Ik krijg er energie van. Ik vind het zo mooi dat iemand die zo veel mee maakt en heeft meegemaakt zo positief is!
De dag verloopt verder rommelig, veel tussendoor. Ik heb nog een wond controle tussendoor en met mw. maak ik even tijd vrij voor een babbeltje. Toevallig viel het mw. (ook) op dat veel mensen ontevreden zijn. Dit beaam ik ook, en we praten er een poosje over. Het praatje maken met deze mw. en de heer van vanmorgen maakt mij weer zo dat ik energie krijg ook al is het vreselijk warm. Niet veel eerder die week, was er een incident met een patiënt aan de balie, niet bij mij maar bij een van mijn collega’s. Vanwege de privacy en herkenbaarheid kan ik er hier niet veel over zeggen, maar het maakt mij wel boos, maar ook verdrietig. Vooral als er gescholden wordt kan ik daar heel slecht tegen.
Ik heb het al eens in eerdere blogs genoemd, de werkdruk is hoog, we doen er alles aan om het iedereen zoveel mogelijk naar zin te maken maar dit lukt helaas niet altijd. Het werk van een doktersassistente is veeleisend, we zijn vaak de eerste die de “klappen” opgevangen voor de artsen. Vaak koppel ik het “gedrag” van de patiënt terug aan de arts, en als die de patiënt dan aanspreekt dan horen we vaak terug: oh bij mij was er niets aan de hand hoor! Daar moet je tegen kunnen en dat gaat de ene keer beter dan de andere keer.
Maar het mooiste zijn die patiëntengroep die je gedag zeggen als je langs loopt, met wie je een praatje maakt aan de telefoon, waar je een band mee op bouwt. Daarom houd ik dit werk vol, inmiddels al ruim 26 jaar, ik hoop dat ik het nog lang mag blijven doen!