Wekelijks komen er vrouwen bij ons in de praktijk om een uitstrijkje te laten maken in het kader van het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker. Een goede zaak. Dankzij dit onderzoek zijn heel wat gevallen van baarmoederhalskanker vroegtijdig opgespoord.
Per 1 januari 2017 gaan er veranderingen plaatsvinden in het bevolkingsonderzoek. Veranderingen die ik van harte kan toejuichen, want ze zijn positief voor de kwaliteit van de zorg en voor het welbevinden van de vrouwen.
Wat gaat er veranderen?
Tot nu neemt de huisarts of assistent een uitstrijkje van de baarmoedermond. Dat gebeurt elke vijf jaar bij vrouwen van 30 tot 60 jaar. Dit uitstrijkje wordt in een laboratorium onderzocht op ‘afwijkende cellen.’ In de nieuwe situatie wordt dit anders. Dan wordt het uitstrijkje niet meer onderzocht op afwijkende cellen, maar op de aanwezigheid van het HPV-virus, verreweg de belangrijkste veroorzaker van baarmoederhalskanker. Als dit virus wordt gevonden, wordt er doorgezocht naar aanwezigheid van afwijkende cellen. Worden deze ook gevonden, dan krijgt de betreffende vrouw een doorverwijzing naar een gynaecoloog. Worden er geen cellen gevonden, maar wel HPV-virus, dan volgt 6 maanden later opnieuw een onderzoek om te kijken of het virus is verdwenen. In de meeste gevallen ruimt het lichaam het virus namelijk zelf op voordat het schade kan aanrichten.
Omdat er nu niet meer zozeer naar de vermoedelijke aanwezigheid van de ziekte wordt gezocht, maar naar de belangrijkste veroorzaker, kunnen we er eerder bij zijn en zo de ziekte nog verder indammen. Bovendien is er minder vaak onderzoek nodig. Vrouwen van 45 en 55 jaar ontvangen alleen een uitnodiging als in de voorgaande screenronde HPV is gevonden. Ook vrouwen van 65 jaar ontvangen nogmaals een uitnodiging wanneer er bij onderzoek op 60-jarige leeftijd HPV is aangetoond zonder afwijkende cellen. Dus niet meer elke vijf jaar dat onderzoek! Bovendien kunnen vrouwen er straks voor kiezen een zelfafnametest aan te vragen in plaats van naar het spreekuur te komen voor een uitstrijkje.
Goed nieuws dus. De kwaliteit verbetert en er is minder onderzoek nodig. Minder belastend voor de vrouwen en voor de zorg in zijn algemeen.