“Natuurlijk heb ik een toekomst”, zegt de 98-jarige vrouw in mijn gespreksgroep. “Ik ga voor de honderd!”
Het gespreksthema van die ochtend is hoe we tegen toekomst aankijken; hoever kijken de deelnemers, nu zij een bepaalde leeftijd hebben bereikt, vooruit? De vraag die hierin ook besloten ligt is in hoeverre men het leven de moeite waard vindt.
De bijna honderdjarige vrouw is heel serieus; zij is dankbaar voor iedere dag en wil zoveel mogelijk deelnemen aan de activiteiten die worden aangeboden door het huis of door haar familie: “ook al ben ik oud, ik tel nog mee hoor.”
Het is opvallend, niet alleen deze dame op leeftijd kijkt vooruit. “Ik maak mij op voor de herfst en de winter,” zegt een andere, stuk jongere deelneemster. Ik weet dat zij erg gesteld is op warmte en een hekel heeft aan de koudere seizoenen. Maar hoe dan ook: de komende winter zal ze opnieuw doorkomen om zich daarna weer tijdens de zomer te koesteren in de zon.
Alle deelnemers in de gespreksgroep vinden hun leven de moeite waard. Hun afhankelijkheid van intensieve zorg is voor hen geen reden voor korte termijn denken, en, zoals één van hen zegt: “mijn leven gaat nog even verder en is nog niet af.”
Een paar dagen later spreek ik een bewoner die vertelt dat hij voor zijn gevoel in een put is terecht gekomen, waar hij niet meer uit omhoog kan klimmen. Hij zakt steeds verder weg. Zijn afhankelijkheid beperkt hem in zijn dagelijks leven en wat hij nog erger vindt: de eenzaamheid. Hij kan door zijn beperkingen niet meer deelnemen aan het leven buiten Polderburen, maar binnen het huis kan hij ook zijn weg niet vinden en zijn er geen gesprekspartners meer. Familie ziet hij niet meer, met zijn dochter is hij gebrouilleerd. “Zo hoeft het voor mij niet meer, mijn leven is voltooid,” is zijn conclusie.
Als je al op leeftijd bent: een toekomst, of klaar met leven?
Het spookte steeds maar door mijn hoofd de laatste dagen: de rooskleurige uitingen van de gespreksgroepsleden die graag nog willen doorleven omdat het leven nog niet af is en nog wat willen betekenen, ook al ben je oud en afhankelijk. Daarnaast de sombere woorden van een bewoner die lijdt aan het leven, eenzaam is en aangeeft dat zijn leven klaar is.
Ethica Els van Wijngaarden deed onderzoek naar de ervaringen van ouderen over voltooid leven en interviewde 25 zeventig-plussers die aangegeven hadden dat hun leven voltooid was en de wens hadden om zelf hun levenseinde te bepalen.
In deze gesprekken kwamen steeds dezelfde klachten naar boven waarvan eenzaamheid en het gevoel hebben dat je niet meer meetelt als je oud bent, steeds weer terug kwamen. Ook het afhankelijk zijn behoorde tot één van die klachten.
In mijn gespreksgroep brengen bewoners altijd naar voren dat, als er verbondenheid is onderling, er verbinding is met de mensen om je heen en met de buitenwereld, het leven voor hen de moeite waard is. Wanneer er een sociaal isolement optreedt, is dat niet ‘zomaar’ op te lossen. Maar we kunnen wel met z’n allen zorgen voor aandacht, contact leggen en zorgen dat onze bewoners zich gedragen voelen in hun woongemeenschap.
Judith van de Kreeke
Geestelijk verzorger Polderburen