Ik hoor veel mensen denken als ik op de afdeling kom en er ligt een bewoner terminaal. Ik vraag altijd of alles is besproken met de familie. Zijn ze op de hoogte van de afspraken? Weten ze waarom we in de nacht geen arts bellen (bij verwacht overlijden), of waarom we juist wel bellen? Zijn ze voorzien van drinken en eventueel eten? Altijd vraag ik dit. Ook loop ik als ‘oudste van dienst’ even binnen. Even voorstellen. Soms hoor ik (of ik denk dat ik het hoor, dat is dan weer mijn onzekerheid) collega’s zuchten. Daar heb je hem ook weer. Maar dit doe ik niet omdat ik iemand niet vertrouw. Dit doe ik door een eigen ervaring.
Graag neem ik jullie mee naar de nacht van 14 op 15 april 2017. De laatste nacht van mijn schoonmoeder in een Duits ziekenhuis. Eigenlijk begon het al in de middag. Ik was net aangekomen in het ziekenhuis. Mijn schoonvader, vrouw, schoonzus en gezin waren er al. Ik kwam wat later, moest nog opvang regelen. Rond 14.00 uur kwam ik ook aan. Helaas was ze al erg ziek geworden en zat ze gevangen in een delier (verwardheid).
Waar we in Nederland geen Zweedse banden meer gebruiken, gebruiken ze die daar helaas nog wel. Ondanks een vreselijke ascitesbuik (vochtophoping, met veel pijn) is hier zonder overleg een band overheen getrokken. Want ze was zo onrustig. Althans we vermoeden dat het daarom is, er is ons geen uitleg gegeven. Het schreeuwen van mijn schoonmoeder is misschien nog wel erger. Gelukkig merken we al snel op dat wanneer we naast haar zaten en over haar hoofd aan het aaien waren, dat ze rustiger werd.
Na een poosje heb ik de banden losgemaakt, als ze toch rustig was, waren ze ook niet meer nodig. De verpleging was (denk ik) niet blij, aan de gezichten te zien. Maar kom op zeg, dit ging echt tegen mijn gevoel in. Gelukkig was ze iets rustiger, wel konden we veel pijn zien. Dan maar met een arts in gesprek. “Kunnen we niet iets geven tegen de pijn?” Een duidelijk antwoord: “Nein!” Meer kwam er ook niet. Geen uitleg, niets. Alleen dat ene woord. Wij weer terug aan het bed. Ik ben nog naar een verpleegkundige gelopen die wat Engels spreekt (mijn Duits is heel ver weg gezakt). Ze is nog wat navraag gaan doen bij de arts. Gelukkig kwam ze met een verklaring. “We geven hier geen morfine tenzij het echt niet anders kan. Het is een beetje een ouderwetse arts en hij is bang dat de patiënt er door komt te overlijden.”
Zelf was ik even met stomheid geslagen. Hoezo komt te overlijden? Iedereen ziet toch dat ze aan het sterven is, alleen is ze nu niet menswaardig aan het sterven. Ze heeft pijn maar is bovenal bang (ik wil en kan niet opschrijven wat ze allemaal riep, maar fijn was dat zeker niet). Volgens de arts zou dit voor ons vervelender zijn dan voor haar. Zelf kan ik hier niet bij. Onrust, daar heeft ze last van! Maar goed we zijn niet in Nederland en de artsen worden hier aanbeden heb ik het idee. Dus ik hou mijn mond.
Met praten en aanraking hopen we angst en onrust weg te halen. Zo gaat de middag langzaam (heel langzaam) over in de avond. In de avond besluiten mijn schoonzusje en man naar Almere te rijden. Even kleding halen en er even uit te zijn. Mijn vrouw, schoonvader en ik blijven. Mijn dochter is gelukkig opgevangen door vrienden. De avond gaat eigenlijk het zelfde als de middag voorbij. Pijn en veel, heel veel angst. Om 21.30 uur zie ik dat iedereen helemaal stuk zit. Ik stel voor om te blijven (ik ben wel vaker een nacht wakker) en mijn vrouw en schoonvader naar huis te sturen. Het is hier maar 30 minuten vandaan. Ik hou iedereen op de hoogte. Na een poosje morren gaan ze weg, afscheid nemen blijft moeilijk. Iedereen beseft dat het zomaar de laatste keer kan zijn. Dan begint voor mijn schoonmoeder, en voor mij, de nacht. Gelukkig is er nu wel een verpleegkundige die het ‘snapt’. Ze komt even kijken, stelt zich voor en vraagt hoe het met mij gaat. Pas nadat ik heb geantwoord dat ik het niet zo goed weet gaat ze bij mijn schoonmoeder kijken. Gelukkig is de pijn wat weggezakt en slaapt ze (of de pijn is er nog wel en kan ze door het vechten het niet meer goed aangeven), maar ik troost me met de gedachte dat de pijn is weggezakt.
Zelf heb ik die nacht geen oog dicht gedaan. De verpleegkundige van dienst kwam een pot koffie brengen. Die is even met mij wezen praten. Nam de tijd om naar mijn schoonmoeder te kijken en goed in te smeren. Ook bij deze aanraking werd ze rustiger. Rustig praten en aangeven wat er gebeurt. Dit is zo belangrijk. Samen met de verpleegkundige mijn schoonmoeder verschoond.
Ondertussen is het 5.00 uur en zie ik haar achteruit gaan. De ademhaling wordt minder, maar ik begreep dat de familie thuis allemaal net slaapt, ik laat ze nog even met rust. Om 5.30 uur besluit ik toch iedereen te bellen (mijn schoonzusje met man en kind waren ondertussen ook weer in Duitsland). Ze komen er gelijk aan.
Om 6.00 uur besluit ik de Eagles zachtjes op te zetten (Hotel California), haar favoriete muziek. Om 06.01 uur sloot ze voorgoed haar ogen. Met de Eagles op de achtergrond en mij naast haar. Vlak hierna kwam de rest van de familie binnen. Eindelijk, hoe moeilijk ook, ze heeft het gevecht los kunnen laten. Nu is de tijd om met zijn allen te rouwen….
Mede door deze ervaring vind ik dat we het bij Polderburen in dit soort situaties echt goed doen. Er is altijd mogelijkheid om met de arts te overleggen of een discussie aan te gaan wanneer je het niet eens bent met een arts. Collega’s vragen we om feedback en we kijken met zijn allen naar de bewoner. We helpen elkaar waar maar moet. We communiceren goed naar de bewoner en familie. Dat is veel waard.