Als ik nog onderweg ben naar kantoor kom ik een collega tegen die vraagt of ik een cliënt kan zwachtelen. Omdat mijn programma ook aardig vol is, kan ik nog niet met zekerheid zeggen of dit lukt. Op kantoor aangekomen verzamel ik de papieren die een collega van mij dringend nodig heeft en vervolgens stap ik weer op de fiets, op weg naar de eerste cliënt. Net als ik de wijk in wil gaan, krijg ik nog het bericht of ik even kan kijken naar de omzetting van een ZZP en wat dit betekent voor de inzet van zorg.
Eenmaal in de wijk, ga ik eerst naar een cliënt die de laatste tijd vooruitgang heeft geboekt en waarmee ik afspreek dat we de zorg gaan afbouwen. Na het koekje (zonder koffie, daar hou ik niet zo van), stap ik weer op de fiets, op naar de volgende cliënt. Die is ontzettend blij, want in korte tijd heb ik daar huishoudelijke hulp weten te regelen. Niet veel later vervolg ik mijn weg. Ik krijg een telefoontje van een collega dat het met de cliënt waar ik naartoe zou gaan om de inzet van zorg te bespreken helemaal niet goed gaat.
Als ik bij de betreffende cliënt aankom blijkt dat deze bijna niet meer uit bed kan komen. Familie is aanwezig en samen bespreek ik de mogelijkheden. De wens is om thuis te blijven, maar ik vraag mij af in hoeverre dit haalbaar is. Ik bel de huisarts met het verzoek deze cliënt als eerste te bezoeken, zodat er nog voldoende tijd is om naar oplossingen te kijken. Ook bel ik alvast met het Klantservicepunt om te kijken of er plek is op een tijdelijk bed. Helaas, alles zit vol. Tussen de telefoontjes door assisteer ik de familie bij de persoonlijke verzorging en probeer ik, ondanks het vervelende vooruitzicht, het zo comfortabel mogelijk te maken voor de cliënt.
Na ruim een uur haast ik mij naar de huisarts met wie ik een overleg gepland heb staan. Na de cliëntbespreking ga ik terug naar kantoor om de mogelijke opname van de cliënt in goede banen te leiden. Mijn lunch eet ik tijdens het beantwoorden van mijn mails en tevens verdiep ik mij in de eerder gestelde vraag over de ZZP van een cliënt. Niet veel later krijg ik het bericht dat de cliënt met wie het niet zo goed ging toch wordt doorgestuurd naar de spoedeisende hulp en een paar dagen in het ziekenhuis zal blijven.
Helaas hield het hierbij niet op. Een cliënt was gevallen en kon moeilijk lopen. De huisarts gaat lang en wanneer er sprake is van een ziekenhuisbezoek betekent dit voor ons dat de zorg voor de dementerende echtgenoot wel geregeld moet worden. Gelukkig blijkt het mee te vallen en blijft het echtpaar thuis.
Er is weer even rust, totdat een huisarts belt over een complexe situatie bij een dementerende cliënt en het beleid wat gevolgd gaat worden. Om dit goed te kunnen afstemmen, bespreek ik dit tevens met de EVV-er van deze cliënt. Kort daarna stem ik het in te zetten beleid af met de huisarts, die hiermee akkoord gaat.
Tot slot bied ik de HBO-V-ers in opleiding ondersteuning en geef ik ze tips voor de komende toetsperiode. Daarnaast kijk ik met mijn collega nog even naar de planning nu er wat wijzigingen zijn en zorg ik ervoor dat ook mijn eigen registratie op orde is. En dan… Tijd om naar huis te gaan.
Vandaag was een onrustige, drukke dag. Maar ook een dag waarbij ik een glimlach op iemands gezicht heb kunnen toveren en te horen heb gekregen hoe dankbaar men is voor onze zorg die wij leveren. Wat ook weer voor een glimlach op mijn gezicht zorgde en waardoor ik een tikkeltje moe, maar zeker voldaan de deur van het kantoor achter mij dicht kon laten vallen.