Na de eerste controle duurt het 4 à 5 weken voordat je je volgende bezoek aan de verloskundige brengt. Naarmate de zwangerschap vordert, zul je steeds frequenter naar je verloskundige gaan. Aan het einde van de zwangerschap is dit zelfs iedere week. Natuurlijk is dit ook helemaal afhankelijk van hoe het met je gaat.

 

De controle duurt gemiddeld tien minuten. Je bloeddruk wordt steeds gecontroleerd. We controleren de groei van de baby en luisteren naar het hartje. Daarnaast is er altijd ruimte voor vragen en willen we weten hoe het met je gaat.


Contact buiten spreekuur om

Naast de bezoekjes op het spreekuur is er altijd een verloskundige bereikbaar voor vragen, zowel telefonisch op de spreekuurlocaties, als via internet met de webdienst Internetconsult.

 

Ziekenhuiscontrole na 41 weken

Als je 41 weken zwanger bent, vindt er een controle in het ziekenhuis plaats. De arts in het ziekenhuis kijkt of er nog voldoende vruchtwater is met behulp van een echo. Dat zegt iets over de werking van de placenta. En er wordt een zogenaamd CTG gemaakt, dat is een overzicht van het hartritme van de baby en eventuele weeënactiviteit.


Op weg naar de bevalling

Als alles er goed uitziet, maken we rond 41 en een halve week een afspraak bij je thuis. Bij die controle kunnen we een inwendig onderzoek doen om te beoordelen of de baarmoedermond klaar is voor de bevalling. Als dat zo is kunnen we “strippen”, dat is het stimuleren van de baarmoedermond om te proberen de weeën op te wekken.

 

Als de zwangerschap ongecompliceerd verloopt, heb je tot en met 42 weken de tijd om spontaan weeën te krijgen. Komt de bevalling niet op gang voor die tijd, dan wordt je bevalling medisch, dat wil zeggen dat de gynaecoloog de zorg overneemt.

 

Soms is er tijdens de zwangerschap al een medische indicatie. In dat geval verwijst de verloskundige je eerder naar de gynaecoloog.