Zondagmorgen 5.00u, mijn telefoon gaat, weeën elke 4 min, en oh ja, de vliezen zijn gebroken om 2.00u… Het is een 1e kindje en ik weet dat ik nog even tijd heb, ik spreek af er over een uurtje te zijn, en ga even douchen. Beneden een klein lichtje aan, kop koffie en een onbijtje mee, omdat ik geen idee heb wanneer ik weer terug zal zijn. Ons huis en zijn inwoners slapen nog.
Ik houd van bevallingen op zondag en al helemaal in de lente, de wereld is zo rustig op een vroege zondagmorgen…
Buiten kleurt het donker van de nacht al zachtjes roze, als ik aanbel bij het enige huis waar een lampje brandt. Binnen is het sfeervol en zit ze heldhaftig de weeën weg te zuchten… ’T is best al pittig’, zegt ze, ‘ze komen elke paar minuten’. Ik zie dat ze het nog prima aankan! Ze vertelt dat ze een tijdje gedoucht heeft: ‘toen kwamen ze nog sneller!’ en daarna was het timen om zich af te kunnen drogen. Vandaar dat ze het nu zo koud heeft, warme trui aan, joggingbroek en een dekentje om zich heen.
2e kop koffie van de dag, ik voer rustig wat gegevens in en samen kletsen we wat. ‘Hé, nu heb je tenminste roze aan!’, zegt ze… We hadden tijdens mijn bezoekje gisteren (want toen al wat vochtverlies…) geconstateerd dat roze onze gezamenlijke lievelingskleur was. Ik ben gekleed op het meisje wat eraan komt, denk ik… helemaal in stijl.
We gaan naar boven, wat onderzoekjes doen. Ze vraagt of het raam dicht mag, ze heeft het zo koud… Ik voel aan haar buik, koud?? Ze voelt juist flink warm aan! Het zal toch niet… schiet er door mij heen. Ik luister naar de harttonen van de baby, 170 slagen per minuut, aan de hoge kant, ook een teken… Dan toch maar temperaturen en kijken of er inderdaad koorts is. Ja hoor, 38 graden, en ik krimp van binnen ineen…
Dit betekent een heleboel, maar dat weten ze in deze slaapkamer nog niet, ik moet het ze vertellen… Eerst maar eens vragen of er meer klachten zijn, nee… of toch: gisteren wat keelpijn. Het monster dat COVID-19 heet staat levensgroot in de kamer, waar heeft het zich schuil gehouden, het was net toch nog zo vredig hier in huis?
Ik ga overleggen met mijn collega in het ziekenhuis. ‘Ohhh nee’, reageert ze… Ze weet wat het voor deze mensen betekent. Koorts in deze tijden van Corona kan niet meer ‘gewoon’ een infectie zijn, koorts is besmettingsgevaar en betekent opname op de COVID-unit, afstand houden, iedereen in beschermende kleding, en het ziekenhuis binnen via de speciale ingang. Het wordt een bevalling met het monster hijgend in onze nek…
Ik vertel boven dat we naar het ziekenhuis moeten, en dat dat alles behalve gewoon zal zijn… Hier was ze al zo bang voor, vertelt ze, dit was haar nachtmerrie… En ik? Ik realiseer mij dat ik haar wil troosten, nabij wil zijn, mijn vak wil uitoefenen, maar dat het monster mij dit ontneemt. Ik moet afstand houden, ben hier binnen gegaan zonder beschermende kleding… geen klachten immers en zo schrijft ons nieuwe protocol dat voor.
We pakken de laatste spulletjes in, en rijden naar het ziekenhuis. Grote borden, verboden toegang! Alleen ambulances, COVID-ingang!! Toch stoppen we er even, ze stapt uit en hij parkeert de auto. Ze krijgt weer een wee, ik wil haar ondersteunen, nee… 1,5 meter… het monster… Ze wil even op het bankje zitten voor de ingang en ik loop op veilige afstand achter haar aan. De aanstaande papa arriveert met de spulletjes en de portier opent de deur… ‘Buiten blijven’, bromt hij, ‘verloskunde?’ ‘Ehhh… ja’, weet ik uit te brengen. ‘Jullie mogen hier wachten, jij mag niet mee naar binnen’, wijst hij naar mij, en ondertussen wordt ze al voorzien van een mondkapje door iemand die eruitziet als een maanmannetje. Ik kan ze nog net succes wensen… en dan gaan de deuren dicht. Mijn hart krimpt ineen…
Ik rijd naar huis, het roze heeft plaats gemaakt voor een ochtendzonnetje, op de radio klinkt het weerbericht, ja het wordt een heerlijke dag vandaag, maar de nieuwslezer waarschuwt: blijf binnen! Ik denk aan het monster en aan ons protocol, heb ik zojuist zonder wapens aan het front gestaan? Ik weet wat ik nu moet doen… Ik parkeer, pak het lege krat van mijn achterbank (deel van onze uitrusting in Coronatijd) en loop naar binnen. Ik sluit de deur, open het krat en kleed me op de mat helemaal uit, alle kleding in het krat en sluit de deksel. Loop naar boven in ons nog stille huis en ga voor de 2e keer binnen 3 uur tijd onder de douche staan.
En met de warmte van het water, laat ik mijn tranen de vrije loop….
’s Middags belt het ziekenhuis, terwijl mijn roze vest te drogen hangt in het zonnetje. Ze is tegen één uur bevallen van een gezonde dochter! En de Coronatest? Die bleek negatief…